0

Double whopper: Cow & Gunda

Gunda (2020)

Mijn moeder had lange tijd een dierenartsenpraktijk. Doorheen de jaren zagen mijn broer en ik
geregeld dieren over de vloer komen en er leefden ook gewoon steevast een aantal honden en
katten permanent in huis. Heerlijk gezellig. En leerrijk voor jonge kinderen. Vandaag krijgt mijn eigen
kroost ook mee dat je dieren altijd voorzichtig benadert en ze met zachtheid behandelt en dat je de
affectie en het gezelschap die ze u verschaffen, moet koesteren. Er is niks fijner dan interacties met
andere schepsels op onze planeet. En dat geldt niet alleen voor gedomesticeerde huisdieren. Ook
voor wilde dieren horen nederigheid en ontzag de basis van je houding te vormen en uiteraard
verdient ook vee onze volste waardering en respect – ook al koester je hier vooral het smakelijk
vlees, de heerlijke zuivelproducten en de warme pelsen.
Sur ce, de film Gunda hoef ik geen tweede keer te zien. Het is een aaneenschakeling van
boerderijtaferelen in fraaie zwart-witbeelden – daar niet van – maar zonder dat daarbij erg veel
boeiends wordt gepresenteerd. Eerst liggen een zeug en haar nakomelingen schattig te wezen in het
hooi. De biggetjes struikelen over elkaar om een tepel te bemachtigen, ze slapen, urineren en doen
verder wat je zou verwachten dat biggetjes zoal doen. Daarna is het de beurt aan een een-potige kip
die rondhuppelt in de wei en uiteindelijk komen ook enkele koetjes in beeld. Dat is’t zo een beetje.
Samen staan deze diertjes beslist in de top vijf op de lijst van schattigste (en lekkerste) wezens die er
bestaan, maar aan de film was verder jammer genoeg niet veel vlees te bespeuren. Kijk, het is leuk
vertoeven op een hoeve en ik zou dergelijke momentjes met plezier elke dag observen. Als ik
geboren was op een boerderij of besloten had om op een boerderij te gaan wonen of nog wanneer
ik (met m’n gezinnetje) een boerderij bezoek en zelf terplekke ben om de sfeer op te snuiven. Maar
om anderhalf uur in mijn zetel naar te staren (zonder enige muziek of BBC-of NGC-achtige narratie
om wat vaart te genereren), daarvoor zal ik de volgende keer passen. Er valt ongetwijfeld een
diepere symboliek of onderliggende boodschap te ontdekken, maar om die op te pikken, was ik
precies al iets te vaak ingedommeld.
Cow (2021)

Ook Cow kan ik moeilijk aanraden. Het begint met een hartverwarmend fragment waarbij een koe haar pasgeboren kalfje proper likt (de geluidsonpnames zijn succulent) waarna je een opeenvolging krijgt van beelden in de schuur waar de koeien machinaal gemelkt worden, naar muziek luisteren, door de veearts onderzocht worden of nog hun weg doorheen een doolhof van hekken en muurtjes vinden die hen uiteindelijk naar buiten op de weide brengt waar ze vreedzaam grazen of gewoon een beetje lekker rondhangen. Het dagdagelijkse leven zoals het is voor een melkkoe, zeg maar. Op zich wel een leuke blik achter de schermen. Alleen houdt het daarbij weer op. Ook hier wordt zo goed als geen woord uitgesproken. Je krijgt enkel wat sfeerbeelden voorgeschoteld die bij momenten wel een zekere sereniteit opwekken, dan weer van zodanig dichtbij getrokken zijn dat de camera-operator geregeld omver geduwd wordt door het subject van hun reportage. Veel spannender dan dat wordt het echter niet.
Tenzij als je het einde mee in beschouwing neemt waarbij een koe neerploft na een kogel door de kop te hebben gekregen alsof de filmmaker ons wil wakker schudden met een choquerende revelatie. De beesten worden aan het einde van de rit afgemaakt. Stel u voor. Op de achterflap van de dvd-hoes was een tekstje te lezen in de trant van dat je als kijker een spiegel wordt voorgehouden, dat onze relatie met de dieren is scheefgegroeid en dat we ons dringend bewust moeten worden van de absurde stand van zaken. Ook dit is volledig aan mij voorbij gegaan. Je hoort (zeker als carnivoor of consument van zuivel-en leerproducten) geregeld even stil te staan bij de essentie van veeteelt. Ik zou hypocriet zijn, mocht mijn geweten na het zien van deze film plots beginnen knagen. Begrijp me niet verkeerd. Dingen als zogenaamde ‘factory farming’ behoren ook wat mij betreft tot het meest verwerpelijke wat onze maatschappij te bieden heeft, maar dat is een heel andere industrie dan waar de brave melkboeren in Cow hun brood mee verdienen, lijkt me.
Onze eetgewoontes en de voedingsindustrie staan garant als controversieel en boeiend gespreksonderwerp om urenlang heerlijk verhitte debatten over te voeren. Zo veel is duidelijk.
Alleen zou ik persoonlijk eerder een film als Okja (2017) of zo iets aanraden om het op gang te trekken.

Loïc Charlier

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *